Wij gebruiken cookies om uw gebruikservaring te verbeteren. Door op "Akkoord" te klikken, stemt u in met het gebruik van alle functionele, analytische en advertentie/trackingcookies. Deze worden gebruikt voor het optimaliseren van de website en het personaliseren van advertenties. U kunt uw voorkeuren altijd aanpassen via “instellingen”. Meer informatie vindt u op onze cookies pagina en in onze privacyverklaring.

AkkoordNee, liever niet
Cookievoorkeuren
SluitenOpslaan

In het Pools hebben wij voor iemand die alles kan repareren een idioom “złota rączka”.

In het Pools hebben wij voor iemand die alles kan repareren een idioom “złota rączka”.

In de tijd van PRL (Polska Rzeczpospolita Ludowa = de Volksrepubliek Polen) die bestond van 1944 tot 1989 (tot de tijd dat in Polen vrije verkiezingen waren gehouden) hadden wij in Polen geen fietsenmakers en specialistische fietsenwinkels. Je kocht je fiets bij een GS winkel (Gminna Spółdzielnia „Samopomoc Chłopska” = de gemeentecoöperatie Samopomoc Chłopska, afgekort GS “SCH”). “Samopomoc chłopska” betekent letterlijk “boerenzelfhulp”.
GS waren productie-, handels- en dienstencoöperaties die in de meeste plattelands- en stedelijke plattelandsgemeenten in Polen bestonden. De meeste gemeentelijke coöperaties overleefden de markthervormingen in Polen en functioneren nog steeds. Ze zijn een belangrijk onderdeel van de lokale economie en leveren diensten en goederen aan plattelandsbewoners.

Als je fiets kapot was, repareerde je het zelf. Lekke band plakken – geen enkel probleem, zo gefikst!
Vanwege de toen strenge en redelijk lange winters in Polen, veel sneeuw en gladheid, en daarbij ook nog gebrek aan fietspaden, gebruikten wij de fietsen helemaal niet in de winter. Ik vond het heel leuk om zelf mijn fiets te repareren en uit elkaar halen om de fiets te oliën voor de winter. Ik zou er geen beroep van willen maken, maar een keer per jaar vond ik het heel leuk om dat te doen. Ik had geen keus toen, maar het was ook helemaal geen straf om dat te doen.

Ik heb het ook in Nederland gedaan in het begin na mijn verhuizing, omdat het al zo inzat. Wij deden in Polen de meeste klusjes thuis en rondom het huis zelf. Daarvoor had je in de tuin een schuur en garage vol met gereedschap en twee voorbeeldige echte klusjesmannen, mijn vader en mijn broer, die alles konden repareren! Blijkbaar zit het in de genen.
Er waren ook altijd de behulpzame buren uit de buurt, die andere specialisaties hadden en konden helpen of een specialistisch gereedschap lenen, vanuit de gedachte van solidariteit en gemeenschapszin.
In het Pools hebben wij voor iemand die alles kan repareren een idioom “złota rączka”. Być złotą rączką (letterlijk: 𝐞𝐞𝐧 𝐠𝐨𝐮𝐝𝐞𝐧 𝐡𝐚𝐧𝐝𝐣𝐞 𝐳𝐢𝐣𝐧) betekent handig zijn, alles kunnen repareren, voor alles een oplossing kunnen vinden

In Nederland merkte ik direct dat er voor iedere klus een specialist wordt aangesproken. Mijn buurvrouw belde altijd een elektricien als er een gloeilamp verwisseld moet worden. Mijn nichtje keek mij aan alsof ze water zag branden, toen ik haar vroeg om mijn iets te lange pony bij te knippen. Ze adviseerde mij een kapper.
Misschien door de invloed van de zegswijze “Schoenmaker, blijf bij je leest”.