Wij gebruiken cookies om uw gebruikservaring te verbeteren. Door op "Akkoord" te klikken, stemt u in met het gebruik van alle functionele, analytische en advertentie/trackingcookies. Deze worden gebruikt voor het optimaliseren van de website en het personaliseren van advertenties. U kunt uw voorkeuren altijd aanpassen via “instellingen”. Meer informatie vindt u op onze cookies pagina en in onze privacyverklaring.

AkkoordNee, liever niet
Cookievoorkeuren
SluitenOpslaan

In de Poolse grammatica zijn regels wanneer men “ż” en wanneer men “rz” schrijft.

In de Poolse grammatica zijn regels wanneer men “ż” en wanneer men “rz” schrijft.

Er zijn in de Poolse taal twee letters/lettergrepen die anders worden geschreven, maar identiek klinken als je ze uitspreekt. Denk aan de Nederlandse "au" en "ou". In het Pools zijn dat de “ż” (de letter z met een puntje) en letter “rz” (de er en de zet = er zet).

In de Poolse grammatica zijn regels wanneer men “ż” en wanneer “rz” schrijft, maar er zijn ook uitzonderingen. Daardoor heerst er verwarring en worden er veel fouten gemaakt. Het spellen van rz/ż was in de schooltijd voor velen een echte nachtmerrie. Vergelijkbaar met de Nederlandse “d” en “dt”. Ook voor de “d” en “dt” zijn duidelijke regels en toch worden er veel fouten gemaakt.

Ondanks het grote aantal uitzonderingen, zijn er in het Pools spelregels die helpen de schrijfwijze van rz/ż te onthouden.

In het Pools is de regel dat men “rz” schrijft als het in woorden wordt vervangen door een “r”, bijvoorbeeld:

 

na monitorze - monitor (op het beeldscherm - beeldscherm)

karze – karać (straft - straffen)

w borze – bór (in het bos – bos)

na traktorze – traktor (op een trekker – trekker)

orze - orać (plugt – pluggen)

na rowerze – rower (op de fiets – fiets)

morze – morski (de zee – maritiem)

 

Een “ż” schrijft men als het in woorden wordt vervangen door “g, dz, h, z, ź, s”, bijvoorbeeld:

 

koleżanka – kolega (een vriendin - een vriend)

mosiężny – mosiądz (van messing – messing)

pieniążek – pieniądz (muntje - munt)

bliżej - blisko (dichterbij - dichtbij)

wskażę – wskazać (ik zal aanwijzen – aanwijzen)

książka – księga (een boek -boekwerk)

może – mogę (hij kan – kunnen)

Soms kan de verwarring compleet zijn, zoals bij

morze (de zee) en może (misschien)

Het is zomer: misschien gaan we naar zee? “może pojedziemy nad morze?”.

Als je twijfelt, kun je altijd een woordenboek raaplegen.

Bij vragen: Woordenboek Nederlands-Pools

https://www.woordenboek-nederlands-pools.nl/